Ecologische overwegingen
Door hun aanzienlijke koopkracht hebben overheden de hefboom in handen om de markt te doen verschuiven naar meer groene, klimaatefficiënte en circulaire businessmodellen en dit over de volledige waardeketen van producten, diensten en gebouwen.
Om te bepalen wat precies bereikt wil worden op het vlak van ecologische overwegingen is de eerste stap om inzicht te krijgen in de ecologische prioriteiten binnen de eigen organisatie. Deze gids biedt een algemeen kader van mogelijkheden dat aankopers zal inspireren bij het bepalen van de ecologische ambities van een aankoopdossier.
Op basis van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) kunnen we volgende inspiratie geven voor het bepalen van ecologische overwegingen:
Verantwoorde consumptie en productie: Het verminderen van de ecologische voetafdruk van producten, diensten en werken (SDG 12)
Hernieuwbare en duurzame energie: inzetten op hernieuwbare energie, energie-efficiënte gebouwen, technieken, machines en producten (SDG 7)
Het verminderen van de broeikasgas-emissies door te kiezen voor groene en klimaatneutrale mobiliteit, infrastructuur en logistiek (SDG 13)
Het stimuleren van de principes van de circulaire economie via circulair ontwerp, het verlengen van de gebruiksduur en het creëren van volgende loops voor hergebruik en recyclage (SDG 12)
Het respecteren van de wetgeving en de zoektocht naar innovatieve oplossingen op het vlak van toxiciteit met het oog op het verminderen van de schadelijke en toxische stoffen (SDG 3)
Waterkwaliteit en -efficiëntie: het vermijden van verontreiniging, het inzetten op een goede waterkwaliteit, het efficiënt omgaan met water en het inzetten op circulair watergebruik (SDG 6)
Kwaliteit van de bodem: het inzetten op het duurzame gebruik van bodems en ecosystemen (SDG 15)
Biodiversiteit en dierenwelzijn (SDG 14 en SDG 15): het behoud garanderen van de biodiversiteit en zo het verlies van biodiversiteit tegengaan, het respecteren van het dierenwelzijn
Deze beleidskaders dienen als overkoepelende referenties. Tevens heeft elke overheid haar eigen strategisch kader met eigen accenten op het vlak van ecologische duurzaamheid. Zo is het perfect mogelijk dat een lokaal bestuur vooral wenst in te zetten op de reductie van afval terwijl een regionale overheid ervoor kiest om te streven naar klimaatefficiëntie.
Deze doelstellingen kunnen ook gekoppeld worden aan specifieke productgroepen. Voor de productgroep ‘voertuigen’ kan het bijvoorbeeld interessant zijn om in te zetten op klimaatefficiëntie, terwijl voor de productgroep ‘ICT’ gestreefd kan worden naar lange levensduur, demonteerbaarheid en transparantie in de volgende loops. In de specifieke fiches per productgroep wordt telkens bekeken wat de duurzaamheidsimpact is over de volledige levenscyclus van elke groep. Ook dit kan inspiratie geven aan aankopers die wensen in te zetten op groen en circulair aankopen.