2017 pilootproject VVSG

De opdracht werd uitgevoerd door Sustenuto en The Global Picture.

Fase 1: Analyse van het aankoopbeleid

In een eerste fase werd onderzocht hoe overheidsaankopers sociale overwegingen integreren in hun opdrachtdocumenten, met als doel te achterhalen welk maturiteitsniveau overheden reeds halen in sociaal verantwoord ketenbeheer. De onderzochte methoden vormden ook de basis voor de nieuwe criteriaontwikkeling en het uitwerken van de toolbox.

Deelnemende overheden waren onder andere de steden Kortrijk, Sint-Niklaas en Mechelen, de Vlaamse Overheid, de Federale Politie, UZ Antwerpen en UGent. Uit het onderzoek bleek dat voornamelijk de verklaring op eer, al dan niet aangevuld met enkele sociale gunningscriteria rond MVO het meest werd toegepast. Een aantal overheden participeerden ook reeds in bovenvermeld  pilootproject rond sociaal verantwoord textiel van de Vlaamse Overheid, waarin met audits gewerkt wordt.

Fase 2: Marktonderzoek

Gelijklopend met de eerste fase werd een grootschalig marktonderzoek opgezet bij leveranciers en producenten van werkkledij. Bedoeling was te inventariseren welke  leveranciers sociaal verantwoorde werkkledij kunnen leveren en een inzicht te krijgen in de drijfveren en de knelpunten van leveranciers om in te zetten op een sociaal verantwoorde keten. Het marktonderzoek bracht aan het licht dat ‘duurzaam ketenbeheer’ en ‘sociale overwegingen  in de keten vrij nieuwe begrippen zijn voor de sector. MVO is een vaag begrip en de focus ligt doorgaans meer op het ecologische dan het sociale aspect. Het garanderen van transparantie in de volledige keten is een grote uitdaging voor de markt. De veelheid aan labels en certificaten veroorzaakt bovendien verwarring en ook de bestaande verificatiesystemen zijn onvoldoende gekend. De onderzoekers stelden ook vast dat bij de leveranciers de perceptie leeft dat duurzame kledij duurder is. Wat doorgaans blijkt te kloppen voor biologisch en fairtrade textiel. Tot slot bleek ook  dat confectie op maat de meeste garantie biedt op duurzaamheid omdat de productie daarvan zich voornamelijk situeert in Europa of in de Maghreb.

 

Fase 3a: Ontwikkelen van een toolbox ‘sociaal verantwoord ketenbeheer’

De bevindingen uit de eerste twee projectfases vormden de uitgangspunten voor de criteriaontwikkeling en het samenstellen van een toolbox voor aankopers die sociaal verantwoorde producten willen aankopen. De nieuw ontwikkelde methode werd opgevat als een maturiteitsmodel waarbij in een proces van continue verbetering sociale risico’s in de keten aangepakt worden. De vier trappen in de maturiteitsladder zijn engagement, transparantie, actie en leiderschap.

Engagement: Tijdens de uitvoering van het contract engageert de opdrachtnemer zich om de basisconventies van de IAO te respecteren, een leefbaar loon uit te betalen en te investeren in het verbeteren van de sociale voorwaarden in de keten. Hij doet dit door een gedragscode te tekenen en een vragenlijst in te vullen bij het indienen van zijn offerte.

Transparantie: De opdrachtnemer garandeert transparantie in de keten door jaarlijks een door een derde partij geverifieerd risicorapport (ECOVADIS of gelijkwaardig) of een extern geverifieerd auditrapport voor te leggen (SEDAX/SMETA, BSCI, Fair Wear Foundation audit of gelijkwaardig).

Actie: De opdrachtnemer onderneemt acties om de sociale risico’s die niet in overeenstemming zijn met de ondertekende gedragscode te remediëren. Hij bewijst dit jaarlijks aan de hand van extern geverifieerde ‘corrective action plans’ (ECOVADIS of gelijkwaardig) of rapporten van managementsystemen voor continue verbetering van sociale voorwaarden in de keten (Fair Wear Foundation, BSCI, SA8000 of gelijkwaardig).

Leiderschap: De opdrachtnemer kan minstens 3 opeenvolgende risicorapporten met positieve trend in de score op vlak van sociale risico’s in de keten voorleggen. Of bewijst dat hij reeds minsten twee jaar actief een managementsysteem voor continue verbetering van sociale voorwaarden in de keten implementeert.

 

Fase 3b: Toepassen van de toolbox op de case ‘werkkledij’

De methodologie werd een eerste keer toegepast op een nieuwe ‘raamovereenkomst voor het CO2-efficiënt leveren van werkkledij, linnen, werkschoenen, handschoenen en andere persoonlijke beschermingsmiddelen die op een sociaal verantwoorde wijze werden geproduceerd’ van de Stad Gent.  Er werd gekozen voor een Onderhandelingsprocedure met Europese bekendmaking in twee stappen. Uit het maturiteitsmodel werd geopteerd om tot trap ‘Actie’ te gaan. Een selectieleidraad werd gepubliceerd in november 2016, de publicatie van het technische bestek volgde in april 2017. Momenteel (juli 2017) worden de offertes beoordeeld en stalen uitgetest. De stad Gent hoopt de nieuwe opdracht te gunnen in september 2017 en het nieuwe contract te starten uiterlijk december 2017. De bevindingen uit case worden samen met de toolbox gepubliceerd in een gids die in het najaar van 2017 zal verschijnen.

 

Meer informatie: leen.vandermeeren@VVSG.be